Terug naar Blogs
Low-code: de magie ontrafeld

Low-code: de magie ontrafeld

Low-code development lijkt de heilige graal te zijn voor softwareontwikkeling. Het is snel, efficiënt en iedereen kan het. Maar is dat wel zo? Wat zijn dan precies de verschillen met traditioneel ontwikkelen? Edward van der Kust, Director of Creetion Application Services en Enterprise Architect neemt ons in dit webinar meer in de wondere wereld van low-code development.

Edward van der Kust is gespecialiseerd in OutSystems en SAP. OutSystems is een van de grotere spelers op de markt van low-code development en levert een platform waarmee gebruikers applicaties kunnen ontwikkelen met standaard ‘building blocks’. Van der Kust legt uit wat het verschil is met een gewone ontwikkelomgeving. “Low-code is het maken van applicaties zonder daarbij alleen maar coderegels in te tikken”, zegt hij. “En de bekendste low-code platforms van nu beschikken behalve over het development-deel ook over mogelijkheden om je applicatie vooraf te plannen en te monitoren als die eenmaal draait.”

Het resultaat is dat je zes tot acht keer sneller een applicatie kunt bouwen, zegt onderzoeksbureau Forrester, en applicatieontwikkeling wordt hierdoor gestroomlijnd, zodat de achterstand op de IT-afdelingen kunnen worden ingelopen. De cijfers kunnen nogal variëren zegt Van der Kust. “KPMG deed onderzoek in de Nederlandse markt, en zij komen tot de conclusie dat de winst ergens tussen de 1,2 en 3,3 keer ligt, afhankelijk van de fase waar je naar kijkt. Ik denk dat KMPG dichter in de buurt zit van de ervaringen die wij in de praktijk hebben.”

lowcode blog 1.png

De cijfers van het KPMG-onderzoek, die specifiek voor Nederland zijn, tonen dat voor het programmeren zelf (onder ‘Code’) de snelheidswinst 2x is. “Dat betekent dat, willen we dit verder verbeteren richting de cijfers van Forrester, er nog wel het nodige moet gebeuren.”

Wie zijn dan de gebruikers van low-code platforms? Het aanbod aan platforms is te verdelen in drie variëteiten voor verschillende doelgroepen. Er is het zogeheten ‘no-code framework’ dat door iedereen kan worden gebruikt, een low-code framework voor business users en een high end low-code framework voor professionele ontwikkelaars. Low-code blijkt enorm populair, zeker onder de eerste twee groepen. Volgens onderzoeksbureau Gartner is vandaag de dag al bijna 60 procent van de maatwerkapplicaties afkomstig van buiten de IT-afdeling. Verreweg de meeste daarvan zijn gemaakt met low-code. Het bureau verwacht dat in 2024 ruim 65 procent van álle applicaties met low-code worden gemaakt.

Hoe ziet een ontwikkelproces met low-code eruit?

Net als bij een traditioneel project, zijn de fases Infrastructuur (platformkeuze voor het eindproduct), Project Initiation Phase (de business case, de vereisten, samenstellen van het team, Development (het daadwerkelijk bouwen van de applicaties) en Testing, Preproduction & Acceptance (testen, kwaliteitscontrole, regressie) nog steeds aanwezig. Low-code is dan eigenlijk maar een klein deel van het hele proces. “De winst in het hele proces is daarmee minimaal,” zegt Van der Kust.

Dat betekent dat de reden voor het gebruik maken van low-code ergens anders vandaan moet komen. De IT-industrie is een van de meest arbeidsintensieve in de wereld. Het meeste werk moet feitelijk met de hand worden gedaan. Low-code kan dan ook vooral zijn waarde bewijzen in het automatiseren van software delivery. Daarbij gaat het niet om software die zelfstandig applicaties bouwt. Low-code moet zorgen voor betere tools waardoor de ontwikkelaar veel zaken kan automatiseren gedurende het ontwikkelproces. Daardoor moet die meer grip kunnen krijgen op het hele proces.

“Dat is de beste ervaring die ik had toen ik voor het eerst ging werken met low-code,” zegt Van der Kust. “Ik kreeg in één keer een hele toolset waarmee ik alles kon doen, zonder dat ik me druk hoefde te maken over versies, over scripts, over hoe ik die of deze component aan het werk kon krijgen, of over het debuggen ervan. Met low-code is dat alles gecoverd in één omgeving.”

Een vergelijking: Mendix, Outsystems en PowerApps

Van der Kust ziet op dit moment drie platforms die in Nederland heel veel worden gebruikt. Mendix is vooral bedoeld voor wat genoemd wordt ‘citizen developers’, zeg maar leken op het gebied van programmeren. Outsystems richt zich vooral op de traditionele IT-developer, en PowerApps, dat van Microsoft is, meer op Excel-ontwikkelaars.

lowcode blog 2.png

Hoe past low-code in een enterprise-omgeving zoals SAP?

Een low-code applicatie gebruikt de SAP Cloud Connector die zich bevindt tussen de SAP-onderdelen in de S/4HANA database en het SAP Business Technology Platform. Daar kunnen de low-code apps zorgen voor allerlei automation in de afhandeling van business transacties tussen de diverse onderdelen van het ERP-systeem.

De Cloud Connector haakt in de SAP backend en krijgt automatisch een lijst van alle beschikbare dataservices in het platform. Vervolgens kun je je applicatie gaan bouwen in low-code, met de dataservices die je nodig hebt. Dit werkt overigens met elk low-code platform, maar ook met meer traditionele programmeeromgevingen.

lowcode blog 3.png